De Standaard - 17 september 2013 - Johan Dillen
Eén op de vijf Gentse leerlingen verlaat het onderwijs zonder een diploma op zak. Een cijfer waarmee Gent ver uitsteekt boven het Vlaamse gemiddelde (13,9 procent). Alleen Antwerpen doet slechter. Schepen van Onderwijs Elke Decruynaere (Groen): ‘Dit is een slecht cijfer. Als er nog een argument nodig was dat een hervorming van het onderwijs aan de orde is, dan is dit het wel.’
Gent komt weinig flatterend voor de dag in de studie van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen. Dat verzamelde gegevens over schoolverlaters zonder diploma uit 2010 en komt tot de conclusie dat de situatie erger is dan tot nu werd aangenomen. In Vlaanderen trok dat jaar 13,9 procent van de leerlingen de schoolpoort achter zich dicht zonder een diploma op zak te hebben.
In de steden is het veel erger gesteld, met 28 procent jongeren zonder diploma in Antwerpen en met Gent op een weinig benijdenswaardige tweede plaats. Eén Gentse leerling op de vijf heeft geen diploma. Hoe lager het opleidingsniveau van de moeder, hoe groter de kans dat het kind diplomaloos het onderwijs verlaat. Ook Nederlands als moedertaal speelt een rol, met slechtere cijfers waar er thuis geen Nederlands wordt gesproken. Toch scoort Gent ook slecht bij Nederlandssprekende leerlingen.
‘Het is gewoon een echt slecht resultaat’, geeft schepen van Onderwijs Elke Decruynaere toe. ‘Al sinds 2004 zien we het aantal schoolverlaters zonder diploma toenemen in Gent. Ik heb ook geen indicatie dat de toestand sinds 2010 is verbeterd. Zonder diploma werk gaan zoeken in de huidige economische context, betekent vaak de start van een zeer negatief verhaal. Aan ons om dat aan te pakken. We merken dat jongeren door een vakantiebaan een verkeerd beeld krijgen van wat ze zullen verdienen. Dat is niet hetzelfde, dat lijken ze onvoldoende te beseffen.’
Spijt
‘We merken ook uit bevragingen dat tweederde van de jongeren zonder diploma na een jaar al aangeeft spijt te hebben van die beslissing’, zegt Decruynaere. ‘Daar speelt het volwassenonderwijs een grote rol om die mensen opnieuw aan boord te trekken. We zien dat nu al in de cijfers, dat er meer twintigers zich inschrijven.’
‘We moeten nu vooral kritisch naar onszelf kijken en meer inzetten op ouderparticipatie. We hebben nu al brugfiguren in het lager onderwijs, we zullen die ook introduceren in het secundair onderwijs. Alleen zijn we als stadsnet maar een kleine speler in het secundair. Een netoverschrijdende aanpak is nodig. Als een leerling van het ene net naar het andere overstapt, stroomt er nu te weinig info door over die leerling. Via de vzw Toppunt – een samenwerking tussen drie CLB’s – willen we dat probleem aanpakken.’
Mania Van der Cam, directrice van KTA Mobi aan de Coupure: ‘Het is een groeiend probleem. We zien nu meer vijftienjarigen in het derde middelbaar die eigenlijk de begeleiding van het bijzonder onderwijs nodig hebben. Wij hebben niet de middelen om hen die begeleiding te geven. Omdat ze niet kunnen volgen, haken ze af. Een goed doorgevoerde hervorming – waar leerlingen pas later een keuze moeten maken en vooraf van zoveel mogelijk vakken kunnen ‘proeven’ – zou een oplossing kunnen zijn.’