
burgerplatform G1000J1000. Duizend kinderen mogen hun gedacht zeggen.
Een klasje uit de Sint-Salvatorschool dat mee de speeltuigen mag kiezen in een parkje aan Dok Noord. Een school die ideeën geeft om van de Westerbegraafplaats een begraafpark te maken. Of kinderen die een paar potten verf krijgen om een Twister te schilderen op een saai grijs pleintje.
Het zijn dat soort kleine maar concrete ingrepen waarmee Gent van zichzelf een kindvriendelijkere stad wil maken. De rood-groen-blauwe coalitie maakte er een ambitie van om de kindvriendelijkste stad van Vlaanderen te worden. En met nog twee jaar te gaan voor het einde van deze legislatuur moet dat beleid zichtbaar worden.
Dit voorjaar is daarom de J1000 op gang getrokken: een traject waarbij duizend Gentse kinderen en jongeren hun mening mogen geven over concrete projecten of over grotere plannen. Het is geïnspireerd op de G1000, het overlegplatform van schrijver David Van Reybrouck waarin duizend burgers de democratie in ons land wilden inspireren.
Aldipark
De teller van de Gentse J1000 staat momenteel al op 322 kinderen die op een of andere manier bij het beleid werden betrokken. "Dit is geen verhaaltje van het stadhuis alleen. De jeugd moet zelf ook mee kunnen denken", zegt Elke Decruynaere (Groen), schepen van Jeugd. "Uit een workshop in de Dampoortwijk bleek dat kinderen het Bijgaardepark massaal het Aldipark noemen. De Wolterslaan (met brede trottoirs en bomen, nvdr.) was hun favoriete straat. Dat wil je als stadsbestuur toch weten?"
De meeste kinderen weten amper wat beleid is. Is het dan wel realistisch hen erbij te willen betrekken? "Absoluut, de Stad mag niet enkel mikken op de beleving van volwassenen", zegt Decruynaere. "We willen niet in de plaats van de kinderen denken, maar het hen vragen. Soms hoort daar ook neen zeggen bij. Als iemand opnieuw een zoo wil in het Muinkpark bijvoorbeeld. Dat gaat niet. Maar we mogen niet op voorhand iets afschieten. We moeten openstaan voor zotte ideeën."