11 mrt 2016

Auto aan de kant? Niet voor Termont & co

Het Laatste Nieuws - 11 maart 2016 Gemeenteraadslid Veli Yüksel (CD&V) heeft bij de stad de kilometerstanden van de dienstwagens van de schepenen opgevraagd en viel steil achterover. "Samen rijden ze 104.201 kilometer op een jaar tijd. Terwijl ze willen dat Gentenaars hun auto afzweren." Opmerkelijk: de groenen rijden nauwelijks met hun gemeenschappelijke dienstwagen.Het stadsbestuur promoot met veel bravoure de nieuwe trends qua mobiliteit. D e duurzame mobiliteit wordt gepromoot en zelfs gehypet. Iedereen de fiets op, lijkt het. Maar daar doen burgemeester en schepenen niet aan mee. Allemaal beschikken ze over een dienstwagen van de stad die ze ook privé mogen gebruiken. En die auto's worden zeer grondig gebruikt, zo blijkt uit de cijfers die Yüksel kreeg. "Ik wil het college oproepen om wat zij van de Gentenaars vragen ook zelf in de praktijk te brengen en meer gebruik te maken van het openbaar vervoer en de fiets", stelt hij.

De top drie wordt aangevoerd door de burgemeester, Sofie Bracke en Christophe Peeters. Elk hebben ze hun uitleg voor hun kilometerverbruik. "Ik zit niet zoveel in mijn auto omdat ik dat graag doe, integendeel", zegt burgemeester Termont. "Als ik kan, rij ik met de fiets. Maar als ik om het half uur op een andere plaats moet zijn, haal ik het gewoon niet met de fiets. Ik heb ook weken waarop ik vier keer naar Brussel moet. Als ik daar maar op één plaats moet zijn neem ik de trein, maar dikwijls moet ik ook daar nog mobiel zijn. Ik probeer dus wel, maar het is met mijn job en aan mijn werktempo gewoon onhaalbaar om de auto consequent te laten staan."
 

Binnen de stadsring

Hetzelfde verhaal bij Sofie Bracke: "Ik moet op veel verschillende plaatsen zijn voor huwelijken en jubilea. Op die momenten gaan er ook altijd cadeaus, bloemen én een bode mee met de auto. Dat is met de fiets gewoon niet te doen. Op donderdag blijf ik in het stadhuis, en dan kom ik met de fiets werken. Mijn dienstwagen is trouwens ook mijn gezinswagen. Ik heb een man en twee kinderen, en wij hebben maar één auto thuis." En bij Peeters klinkt het: "Alles wat zich binnen de kleine stadsring afspeelt doe ik te voet. Ik stap zes minuten van bij mij thuis naar het stadhuis. Maar alles wat buiten de ring ligt, doe ik met de auto. En dat is dan vooral in de weekends. In januari bijvoorbeeld heb ik 64 nieuwjaarsrecepties bezocht. Ook andere weekends ga ik continu naar kermissen, buurtfeesten en andere activiteiten. Maar sinds oktober rij ik met een hybride Volvo V60. Korte afstanden rij ik dus elektrisch."
 

Goede leerlingen

Er zijn ook enkele goede leerlingen in de klas. Mathias De Clercq bijvoorbeeld reed nog 10.174 kilometer, maar dat is een pak beter dan de 25.948 kilometer twee jaar geleden. "Ik probeer inderdaad meer en meer de tram te nemen, of te fietsen als de omstandigheden dat toelaten", zegt hij. Opmerkelijk: de grootste kilometervreter is de stadssecretaris.
 

Groen toont dat het wél met de fiets kan

De drie groene schepenen delen samen één dienstwagen. Elke Decruynaere, Filip Watteeuw en Tine Heyse hebben met die wagen slechts 1.346 kilometer afgelegd op een jaar tijd.

Mobiliteit is de 'core-business' van de groenen, maar ze slagen er wel in om ook een voorbeeldfunctie aan te houden. "Iedereen moet dat voor zichzelf uitmaken", zegt mobiliteitsschepen Filip Watteeuw. "Maar ik kies daar heel bewust voor. Ik fiets overal naartoe, ook als ik 's avonds een vergadering heb in Drongen of Oostakker. Onderweg maak ik mijn hoofd leeg. In Noorwegen zeggen ze: 'er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kledij'. Ook dat klopt. Ik heb een goede fietsbroek, en op mijn bureau hangen twee kostuums. Als ik naar Brussel moet neem ik de trein. Tram en bus rijden ook overal naartoe. Al weet ik ook wel dat niet alles bereikbaar is. Toen ik in het najaar in Sint-Kruis-Winkel moest zijn, ben ik met de auto gegaan." Dat de drie groene schepenen één auto delen, is een kwestie van organisatie, klinkt het. Als Elke Decruynaere waarnemend burgemeester is, is die auto gereserveerd voor haar, voor noodgevallen. "Maar we gebruiken die auto weinig, dat klopt", zegt Watteeuw. Wij proberen de mensen te stimuleren om de overstap te maken naar andere vervoersvormen. Dus is het logisch dat we dat zelf ook doen."

Het verschil in cijfers tussen de drie groenen samen en de rest van hun collega's is pijnlijk groot. Vooral omdat ook Decruynaere, Watteeuw en Heyse zeer zichtbaar aanwezig zijn in de stad, en in het weekend ook bij activiteiten opduiken. Toch is het ook voor hen niet makkelijk. "Ik heb twee kinderen, en dat is puzzelen", zegt Decruynaere. "Tot nu lukt het om alles binnen Gent met de fiets te doen. Privé hebben wij een milieuvriendelijke wagen, die we gebruiken om bijvoorbeeld naar mijn ouders in West-Vlaanderen te gaan." (VDS)