Hoewel er in Gent al jaren een goed functionerend en fijnmazig netwerk van stadsdiensten en middenveldorganisaties is, hebben we prioritaire aandacht voor de problematiek van radicalisering. In september organiseerden we een studiedag voor Gentse onderwijsprofessionals. Iemand van de antiterreurdienst Ocad lichtte de cijfers over Syriëgangers in Vlaanderen en onze stad toe. Experts uit andere steden en het middenveld stelden hun bevindingen en aanbod voor. Directies, leerkrachten en leerlingenbegeleiders gingen met elkaar het gesprek aan zonder dat hun bedenkingen, zorgen en vragen de krant haalden. Want we organiseerden dit achter gesloten deuren en zonder grote aankondigingen. Dat laatste is niet onbelangrijk. Ik onthoud uit de studiedag de bevinding dat het aantal Syriëvertrekkers evenredig is met polemieken over de islam op voorpagina's.
'Koerd' als scheldwoord
Als een leerling aanslagen goedkeurt, moeten leerkrachten inderdaad meteen ingrijpen. Individueel het gesprek aangaan, maar ook met de klasgroep. Er wordt onderschat hoe moeilijk dat is. In oktober haalden we de tentoonstelling De Democratiefabriek naar Gent. Ik liep mee met twee leerlingen uit het beroeps- en technische onderwijs en voor mij was dat een echte eyeopener. Het vraagt wel wat meer van een leerkracht om de conflicten in het Midden-Oosten uit te leggen voor een klas waar de meeste leerlingen familie hebben wonen in een conflictgebied, dan voor een klas waar dit een ver-van-mijn-bedshow lijkt. 'Koerd' was trouwens het scheldwoord waarop een medeleerling getrakteerd werd, beiden overigens Gentenaars met een Turkse migratie-achtergrond. De internationale politiek is bij deze leerlingen nooit veraf.
Een geschiedenisleerkracht van een Gents college vertrouwde me onlangs toe dat ze het gevoel heeft op het einde van het schooljaar nog maar aan het begin van het verhaal te zitten. Dat er veel te weinig tijd en ruimte is voor internationale politiek, voor kritisch denken, discussiëren en reflectie. Dat ging over leerlingen die gevormd worden voor een verdere opleiding. Ik heb het dan nog niet over die leerlingen die in hoofdzaak voorbereid worden op een beroep. Hoe ver kunnen leerkrachten raken die de hele wereldgeschiedenis, geopolitieke toestand en ook taalachterstand moeten bolwerken in enkele uren PAV (Project Algemene Vakken)?
Intussen halen leerkracht gelukkig niet gelaten de schouders op. Ze gaan aan de slag. Naar het eerste overleg over radicalisering kwamen directeurs met de expliciete boodschap van hun leerlingen dat het goed gaat op hun school, dat zij zich er gerespecteerd en aanvaard voelen. Ook dat zijn onze scholen vandaag en helaas halen hun fijne projecten niet de krant.
Intussen richtten we op vraag van de scholen een net-overschrijdende denktank radicalisering op en organiseren we workshops voor leerkrachten over complottheorieën, creationisme, internationale politiek én racisme. Daarmee hoeven we niet in de krant, zolang het op het terrein maar zaken in beweging zet en dat in de juiste richting. Deradicaliseren doe je niet door te polariseren. Problemen pak je aan door ze te benoemen, maar niet door te veralgemenen. Net daarom nodig ik mevrouw Delvigne uit om eerstdaags met elkaar van gedachten te wisselen.
Opiniestuk verschenen op 28 april 2016 op de opiniepagina van krant De Standaard