
Ik mocht op de commissie van onderwijs van 15 april 2020 talrijke vragen ontvangen vanwege de raadsleden van de verschillende fracties, rond de impact van de corona-omstandigheden op het onderwijs in onze stad. Ik groepeer de vragen en formuleer hieronder mijn antwoorden.
Welke maatregelen werden genomen om kinderen/jongeren en hun ouders te ondersteunen bij het leren op afstand (kwetsbare/niet-kwetsbare gezinnen, stedelijke/niet-stedelijke scholen)? Hoe wordt contact met de leerlingen warm gehouden via de digitale kanalen? Hoe worden zij of de ouders actief gecontacteerd op alternatieve manieren? Hoe worden gezinnen ondersteund ?
In samenwerking met Digipolis (met dank aan collega Sofie Bracke) worden leen-laptops en leen-tablets verdeeld in het lager onderwijs. Deze werking is complementair aan de actie van minister Weyts, die 10.000 laptops wil verdelen in het secundair onderwijs.
De oproep voor het basisonderwijs (zowel voor de laptops als voor het internet) en de verdeling verloopt netoverschrijdend én via de scholen. We gaven het mandaat aan de scholen om de inschatting van de noden te maken. We hebben het eerst in kaart gebracht én de scholen aangemoedigd om hun eigen materiaal uit te lenen. Op de scholen zijn er PC-klassen open, zodat leerlingen ook daar kunnen werken.
Met dit project focussen we op het lager onderwijs (wegens de Vlaamse actie voor het secundair onderwijs). In de eerste fase werden er reeds net geen 150 toestellen verdeeld voor het zesde leerjaar. We hebben daar de prioriteit gelegd omdat de overgang van het zesde leerjaar naar het eerste middelbaar zeer belangrijk is. Maar we hebben verder gewerkt en ondertussen zijn er 530 bijkomende toestellen beschikbaar, met 20 als buffer voor toestellen die niet voldoende zouden functioneren. Tegen het einde van de paasvakantie werd 93% reeds afgeleverd.
"Reeds 93% van de 680 laptops werden al uitgeleend. Dit is alvast een uniek en zeer belangrijk project dat we in Gent op poten hebben gezet. Een mooie samenwerking tussen Onderwijscentrum en Digipolis."
Elke Decruynaere, schepen van Onderwijs
Het voorzien van gratis internet verloopt via Proximus en Telenet. Telenet liet weten dat er momenteel voor Stad Gent en zijn scholen een kleine 2.000 toegangscodes werden verdeeld. Ook dit verliep via de scholen omdat zij de noden van hun leerlingen het best kennen.
Op dit moment kunnen we elke vraag naar laptops en tablets vanuit het lager onderwijs, netoverschrijdend, beantwoorden, de vragen van het kleuteronderwijs jammer genoeg niet. Of nog niet? Ik las immers in de krant van dinsdag dat minister Weyts naast de leerlingen van het secundair onderwijs mogelijks ook de leerlingen van het zesde leerjaar zal voorzien van laptops. We moeten dat goed opvolgen, want misschien biedt dit nieuwe perspectieven (de Gentse toestellen komen eventueel vrij als ze vervangen worden door Vlaamse toestellen). Ik gaf alvast de opdracht om ook de scholen die tot nu toe niet reageerden op de oproep, te bevragen.
Online hulp bij schoolwerk, in coronatijd
Een ander initiatief van het Onderwijscentrum Gent is het project "Online hulp bij schoolwerk, in coronatijd”. Dit is een initiatief met tips en helpdesk voor de vrijwilligers van "Hulp bij huiswerk op de computer" en studieondersteuning (bijvoorbeerbeeld van Uilenspel en Kompanjon). Vrijwilligers die in normale tijden aan huis gaan, blijven nu hun ondersteuning aanbieden, maar dan online. Ook zij laten hun gezinnen niet in de steek.
Ook niet te vergeten: de IT coördinatoren van de scholen draaien overuren! Binnen het Stedelijk Onderwijs Gent wordt volop ingezet op ondersteuning en de vlucht vooruit. Ik vernam vandaag dat alle gestelde vragen naar ICT-ondersteuning konden worden behandeld. Binnen het Stedelijk Onderwijs wordt via de ICT-coördinatoren in de scholen de vinger aan de pols gehouden om leraars te helpen. Ook pedagogisch is er begeleiding vanuit de pedagogische begeleidingsdiensten. Let wel: zowel de budgetten als de omkadering van scholen zijn hier niet op voorzien. De goodwill van de werknemers enorm.
Wat gebeurt er om ook leerlingen op alternatieve manieren te bereiken, leerlingen in een meer kwetsbare situatie?
Er wordt heel wat (studie)materiaal per post of via levering (bvb door de brugfiguur) tot bij de leerlingen gebracht, of men kon het afhalen op school. Hele schoolteams worden daarvoor ingezet: leerkrachten, leerlingenbegeleiders, directies en brugfiguren. We kunnen hier spreken over een “schooliveroo”.
Er zijn heel wat voorbeelden van goede praktijken in het Gents Onderwijs. Om er enkele te noemen:
- De brugfiguren van het Onderwijscentrum verdeelden 1.500 pakketten met knutsel-en leesmateriaal;
- Er waren contacten met ouders en leerlingen via bijvoorbeeld een gesloten Facebook-groep of Whatsapp;
- Sommige leerkrachten sturen dagelijks een berichtje via SMS (om ook het Nederlands te blijven stimuleren);
- Sommige scholen maakten tassen beschikbaar met een prentenboek, een zoekboek, een informatief boek, een boek in de thuistaal, een pennenzak met basismaterialen, wat tekenpapier,…
- Nog een voorbeeld: voor het Stedelijk Onderwijs werden er door een samenwerking met zes uitgeverijen en boekensite.gent deze week 570 leesboeken geschonken en aan huis geleverd aan kinderen, om hun leesplezier te prikkelen.
- Er waren leerkrachten die elke dag via Facebook een video met een challenge postten (bv. de demonstratie van een recept, sporten, yoga, knutselen, …).
Nog een andere manier van het bereiken van leerlingen over de netten heen: de noodopvang tijdens de paasvakantie is er ook voor kinderen met moeilijke thuissituaties. Onze diensten en scholen hebben actief ingezet (onder andere via brugfiguren en vzw Jong) op toeleiding en het resultaat is er: van 250 kinderen in noodopvang voor de paasvakantie, gingen we naar 575 kinderen in noodopvang tijdens de vakantie.
Wat zijn nu de scenario’s voor de komende weken (nieuwe leerstof, verdere ondersteuning op afstand, examenperiode, noodopvang op school, enz.)?
Ik betreur het dat er vóór de paasvakantie geen duidelijkheid was of de scholen na de vakantie opnieuw zouden kunnen opengaan. Leerkrachten gingen het verlof in met de opdracht zich voor te bereiden op 2 scenario’s. We weten intussen wat het geworden is voor de komende weken; er zal noodopvang zijn én er zal les gegeven worden onder de vorm van pre-teaching op afstand.
Er zijn nog veel open vragen, waar Vlaanderen antwoorden op moet geven. Of en hoe er bijvoorbeeld examens zullen kunnen doorgaan, is nog niet bekend. Het is belangrijk dat er duidelijkheid is en dat men goed weet wat er verwacht wordt.
"Op niveau van de Stad werken we aan een stadsbreed relanceplan, dat niet alleen economische, maar zeker ook sociale aspecten omvat. Er is dan ook een budget gereserveerd om scholen zeer concreet bij te staan tijdens het resterend deel van het schooljaar, maar ook in de zomervakantie als voorbereiding naar volgend schooljaar. Deze relancemaatregelelen worden samen met de onderwijsnetten verder uitgewerkt."
Elke Decruynaere, schepen van Onderwijs
Wat met pre-teaching?
De scholen van het Stedelijk Onderwijs worden hierin ondersteund door hun pedagogische begeleidingsdienst: wat is pre-teaching wel en wat niet, een stappenplan om een leermoment vanop afstand op te zetten, ook richtlijnen aan scholen over hoe ze het afstandsonderwijs kunnen coördineren.
Ze worden ook ondersteund door OVSG, de onderwijskoepel, die klaar staat om te antwoorden op vragen, maar die ook zelf heel wat ondersteunend materiaal en lesmateriaal heeft ontwikkeld. Ook Klascement, een lesmaterialendatabank van het Vlaams Departement Onderwijs en Vorming, bevat intussen heel wat materiaal waar leerkrachten mee aan de slag kunnen.
We beslisten in Gent bewust om de noodopvang tijdens de paasvakantie niet met leerkrachten te organiseren, maar deden beroep op de Dienst Kinderopvang. Op die manier konden leerkrachten, naast wat genieten van hun verlof, zich ook volop voorbereiden op die pre-teaching-opdracht. Daarom een zeer grote dank je wel aan de 250 medewerkers van Dienst Kinderopvang die dit mogelijk maakten, dat is een uniek Gents verhaal.
Voor de leerkrachten was de paasvakantie broodnodig: om even op adem te komen (onderschat de druk van de afgelopen weken op hen ook niet) en om hen, die van de ene dag op de andere hun werkwijze volledig hebben moeten aanpassen, de mogelijkheid te geven om zich voor te bereiden op wat na de vakantie komt, rekening houdend met (toen nog) beide scenario’s.
Kan er een inschatting gemaakt worden van het aantal kinderen dat niet bereikt wordt?
Het is heel moeilijk om hier voor alle scholen van alle netten en alle niveaus een juist beeld op te krijgen. Binnen het Stedelijk Onderwijs merken we dat dat beeld varieert: van school tot school, van leerkracht tot leerkracht en van week tot week. Zo bleek bijvoorbeeld dat het bereik tussen week 1 en week 3 alvast in één school was afgenomen.
Maar ik ben het ermee eens dat het van belang is dat scholen een duidelijk beeld krijgen op welke leerlingen ze wel en welke ze niet bereiken. Daarom wil ik daar met de scholen afspraken rond maken. Evenwicht is hierbij belangrijk. Want tegelijkertijd wil ik ook de leerkrachten niet teveel extra planlast opleggen door hen voortdurend te laten rapporteren. We gaan daarover in gesprek met de scholen en ik hoop op die manier een pragmatische oplossing te vinden.
We hebben op heel veel manieren de banden met de leerlingen in kwetsbare situaties proberen aanhalen en we blijven daar volop op inzetten. Zo willen we, vanaf 20 april, een leercontext voorzien op de scholen voor die kinderen die thuis niet de materiële, ruimtelijke, ... omstandigheden hebben om hun schoolwerk uit te voeren.
Er waren vragen rond hoe de communicatie tussen scholen en leerlingen de voorbije weken verliep.
In de stedelijke basis- en secundaire scholen werden voor de paasvakantie veel verschillende media gebruikt. In de basisscholen ging dat over Whatsapp, Bingel, Questi, Kweetet, Skype, Zoom, Facebook en MS Teams. In onze secundaire scholen gebruikte men vooral smartschool, MS Teams en Whatsapp.
Heel veel goede wil, maar van ouders, leerlingen en leerkrachten kwam al snel de vraag naar een meer gecoördineerde aanpak. De keuze viel op MS Teams, en de ICT cel maakte voor alle stedelijke scholen verschillende groepen aan, zodat niet ieder dat voor zich moet doen. Een rapportje van de ICT-cel over het gebruik van MS Teams door de leerkrachten toont dat er in de week voor de paasvakantie een zeer grote toename kon vastgesteld worden van de activiteit van onze leerkrachten op het platform.
Het is dus heel belangrijk om de zaken op niveau van de school gecoördineerd aan te pakken. Ook op het niveau van het schoolbestuur zullen we een aantal richtlijnen meegeven om zo te coördineren voor al onze scholen, rekening houdend natuurlijk met hun verschillen in leeftijd, studierichtingen en pedagogische projecten.
Voor kleuters ligt de nadruk vooral op contact houden en taalverrijking. Voor basisonderwijs is lezen zeer belangrijk. Voor secundair onderwijs vormen vooral de praktijkvakken een grote uitdaging. We gaan aan de scholen vragen om de oefening te maken van wat noodzakelijke leerstof is en wat niet. We gaan van elke school een plan vragen.
Hoe verloopt het lesgeven van op afstand?
Tot dusver was contact houden de eerste prioriteit. Dat was op zich al een grote uitdaging, want we hebben het natuurlijk over heel uiteenlopende doelgroepen, van kleuterschool tot deeltijds onderwijs over onthaalklassen voor nieuwkomers. Er zijn heel wat uitdagingen geweest!
In tweede instantie zijn leerkrachten aan de slag gegaan om de leerstof bij de leerlingen te onderhouden. Deze manier van werken is nieuw voor iedereen en heeft dus ook wat tijd nodig. Maar mijn aanvoelen is dat er heel veel gebeurt op de scholen en dat leerkrachten elkaar ook vinden en steeds beter georganiseerd geraken. Dat is een goede zaak, en het zal ook nodig zijn, zeker nu ze moeten starten met pre-teaching.
In onze richtlijnen aan scholen zullen we ook vragen een gedifferentieerde aanpak en stappenplan uit te werken voor leerlingen die vlot bereikt werden (en mee zijn) en leerlingen die uit de boot dreigen te vallen. Voor secundaire scholen zullen we ook werken met weekroosters, zodat we zicht hebben op de haalbaarheid voor de leerlingen.
Verder wil ik bekijken met de scholen of er een mogelijkheid is tot pre-teaching op school (in combinatie met de noodopvang) voor een beperkte groep. Dit zou een antwoord kunnen zijn voor de leerlingen die thuis bv. geen plaats hebben om hun huiswerk te maken.
We mogen ook de inzet van de zorgcoördinatoren en ondersteuningsteams niet vergeten. Ook deze mensen doen hard hun job.
Tot slot, wat ook belangrijk is, is de oudercommunicatie. Ook daar gaan we aandacht voor hebben zodat ouders goed weten wat van hen en hun kind verwacht wordt. En daar spelen onze brugfiguren een zeer belangrijke rol in.