
De Morgen - 16/12/2015
Elke Decruynaere (Groen) is schepen van Onderwijs en Jeugd in Gent.
Het moet ergens in 2002 geweest zijn. Ik was nog geen twintig en nam deel aan een anti-NSV-studentenbetoging in Leuven. Plots werd de sfeer grimmig en werden we ingesloten door politie. Voor ik het wist lag ik geboeid op de grond. De hardhandigheid kwam wellicht doordat ik niet meewerkte. Ik wist dan ook totaal niet wat me overkwam.
Wat ik nu nog steeds wel weet is dat ik daarna op een andere wijze naar de politie keek. Overal waar ik kwam speurde ik of er geen agenten in de buurt waren. Combi's en sirenes deden bij mij voortaan alarmbellen afgaan en zoeken naar een wijze om weg te raken. Het duurde jaren voor ik mijn vertrouwen in de politie weer opbouwde.
De afgelopen jaren kreeg ik vanuit mijn mandaat de kans de politie en hulpdiensten zoals brandweer van zeer nabij mee te maken in noodsituaties. En ik heb een zeer groot respect voor het werk dat ik hen zag doen en de wijze waarop. Van een bomontmanteling, de beveiliging van een risico-evenement, nazorg bij een brand, met risico voor eigen leven en onder stress snel ingrijpen en dagelijks geconfronteerd worden met de minder fraaie kant van onze samenleving vraagt veel. Ze zijn trouwens al maanden zelf uitgeroepen tot doelwit van aanslagen. Dat doet iets met elke mens, ook met politiemensen.
Maar laat ons alstublieft ook stilstaan bij wat dit soort situaties met jongeren doet. Zeker als het hen niet één keer maar vaak overkomt. Zeker als het niet gebeurt in het kader van een betoging maar als je naar de slager gaat, een broodje haalt in een winkelcentrum, terugkomt van een lezing of je fiets ophaalt.
Achter het verhaal van Zouzou Ben Chikha bij de markt in Ledeberg gaan vele andere verhalen schuil. 'Uit De Marge' is een koepel van jeugdwelzijnswerk die de afgelopen dagen en weken in gesprek ging met veel jongeren die in verschillende steden incidenten meemaakten. Jongeren die hun vertrouwen kwijt zijn en zich geviseerd voelen. Het is belangrijk dat we hen aan boord houden, het is belangrijk dat we iedereen aan boord houden.
De politie moet ieders vriend zijn. Morgen heb je hen misschien nodig om aangifte te doen van een zwaar racistisch incident. Of je hebt te maken met een vluchtmisdrijf, bent zelf slachtoffer van een inbraak of overval. Dan moet je kunnen vertrouwen op de politie en die niet als vijand zien.
Naast het debat over etnic profiling moeten we ook aandacht hebben voor de wijze waarop politie-optredens gebeuren en over nazorg. Het Gentse politiekorps laat zich opmerken door het hoge aantal maatschappelijk assistenten dat er werkt. Ze worden vooral ingezet op preventie en nazorg van slachtoffers. De gekwetstheid van Zouzou Ben Chikha vraagt om reactie. Een betere reactie dan er tot nu toe kwam. Los van wat het onderzoek uitwijst is nazorg nodig als iemand zich zo vernederd voelt. Dit moet de standaardprocedure worden. Vernedering kan nooit het resultaat zijn van gelijk welk politie-optreden. Er moet werk gemaakt worden van een herstelgesprek. Dat begint met luisteren naar elkaar. Vanwaar de actie en reactie? Hoe in de toekomst vermijden dat het tot dergelijke incidenten komt? Hoe het vertrouwen weer herstellen? Hoe de publieke opinie opnieuw meekrijgen?
Veel vragen en het antwoord begint met sorry.
Elke Decruynaere