
Te veel lawaai, te veel luchtvervuiling, te veel auto's, te weinig groen, te weinig speelruimte: de stad heeft niet bepaald een kindvriendelijk imago. Nog altijd ontvluchten jonge gezinnen de stad, op zoek naar een betaalbare woning, een plek waar ze niet bang hoeven af te wachten of er nog plaats zal zijn in de crèche, de school of zelfs de jeugdbeweging.
Toch pleiten we ervoor om een woning en een school in de stad te kiezen. Sterker nog: er is geen betere plaats om op te groeien dan in de stad.
Steeds meer mensen wonen steeds dichter samen. We willen het concept stad een nieuwe invulling geven. Kind- en jeugdvriendelijkheid vormen daarbij een mooie leidraad waarvan iedereen beter wordt.
Een vaak aangehaalde reden om de stad te verlaten is het autoverkeer en de daaruit voortvloeiende onveiligheid en ongezonde leefomgeving. (En ruimtegebrek. En lawaai.) Welnu: dat zijn geen wetmatigheden waar een stadsbestuur zich alleen maar kan bij neerleggen. Met inspirerende voorbeelden als Kopenhagen, Groningen en Nantes zijn intussen ook bij ons in Vlaamse steden en Brusselse stadsbewoners de mobiliteit van hun stad aan het heruitvinden. Door stappen, trappen en openbaar vervoer zo veel mogelijk te steunen, wordt de stad kindvriendelijker.
Steden kunnen ook kiezen voor meer groen. Reconversie van vroegere industrieterreinen en nog te ontwikkelen stedelijke gebieden bieden hiervoor grote kansen. Tussen 1999 en 2018 steeg het aantal wijkparken in onze stad van 40 naar 62 en neemt het bos toe van 880 naar 1260 ha. We zien de parken graag als tuinen voor alle Gentenaars. Natuurlijk vraagt dit in een dicht bebouwde (en gegeerde) omgeving moedige beslissingen en de nodige creativiteit.
Een voorbeeld daarvan is het ombouwen van speelplaatsen: betonnen kooien worden groene en avontuurlijke parkjes, die zoveel mogelijk worden opengesteld voor de buurt. De helft van de Gentse speelplaatsen ondergaat intussen die transformatie.
Ook op andere beleidsdomeinen zoals wonen (meer gezinsvriendelijke woningen en stadsvernieuwing) blijkt telkens weer: een kindvriendelijke stad, daarvan wordt iederéén beter.
Kinderen die opgroeien in de stad leren samen te leven, niet alleen op school, maar ook in hun vrije tijd. Diversiteit maakt deel uit van hun dagelijkse leven. Zo leren ze verschillende codes en talen te hanteren waar ze op de werkvloer en in hun sociale leven veel voordeel uit kunnen halen. We beweren niet dat zoiets vanzelf gaat, maar met de keuze voor een school in de stad kom je al een heel eind.
Wat met die wachtlijsten in kinderopvang en het kamperen voor de schoolpoort? De mediagenieke tentenkampen hebben hun effect niet gemist. Na de inhaalbeweging in de kinderopvang zijn intussen de scholen ook serieus aan het uitbreiden. Vraag dat maar aan onderwijsminister Crevits, voor wie een bouwhelm tegenwoordig tot haar vaste outfit behoort.
Nogal wat mensen maken zich ook zorgen over concentratiescholen. Zal het onderwijs voor zoon- of dochterlief wel van voldoende hoogstaande kwaliteit zijn als er op de speelplaats zes talen worden gesproken? Het is een begrijpelijke vraag, want vele ouders zijn nog naar veelal witte scholen gegaan. Maar keer op keer blijkt uit onderzoek dat de kleur van de medeleerlingen er niet toe doet. Of een school slaagt in haar ambitie om zowel sterkere als minder sterke leerlingen degelijk op te leiden, hangt af van de sterkte van het team. Want: motivatie werkt aanstekelijk. En hier heeft de stad een groot voordeel: problemen als vroegtijdig schoolverlaten, een taalachterstand of een beperkte ouderbetrokkenheid kunnen grondig worden aangepakt. De stad heeft immers middelen ter beschikking die een kleine gemeente niet heeft. Geflankeerd door de stadsdiensten zetten scholen tal van projecten op die de stedelijke uitdagingen het hoofd bieden, van sociale toelages tot een heus Onderwijscentrum dat leerkrachten en directies heel concreet ondersteunt.
Op school leer je veel meer dan optellen, Latijn en mechanica. Wie schoolloopt in de stad, wordt erop voorbereid om als actieve burger in de veelkleurige samenleving te staan.
De stad is de beste school van de toekomst.