01 dec 2016

Scholen moeten nu zelfs kleren inzamelen voor arme leerlingen

Het Nieuwsblad - 01/12/2016 - Jens Vancaeneghem Veertien procent van de kinderen in Vlaanderen leeft in armoede. Een cijfer dat maar niet daalt. Kinderen die met een versleten jas of drie T-shirts boven elkaar naar school gaan, ook op een koude wintermorgen: het is geen uitzondering in Vlaanderen. Met de eerste winterprik moeten scholen alles uit de kast halen om leerlingen die het zelf niet kunnen betalen een warme jas of muts te geven. "Fantastisch dat scholen dit doen, maar het zou een serieus alarmsignaal moeten zijn voor de overheid", zegt armoede-expert Peter Raeymaeckers.

Op een ijzige wintermorgen naar school: voor een heleboel leerlingen betekent het rillen en afzien. Omdat hun ouders geen geld hebben om een muts en handschoenen te kopen, laat staan een dikke winterjas.

Het Stedelijk Lyceum Offerande in Antwerpen voelde zich daarom genoodzaakt om ouders op te roepen warme winterkledij te schenken. "We zien soms schrijnende toestanden", zegt coördinator Joris Verlinden. "Jongens die drie T-shirts boven elkaar aantrekken om het toch een beetje warm te hebben. Meisjes die het hele jaar door dezelfde ballerina-schoentjes dragen. Hoe kunnen zij deftig onderwijs volgen als ze zelfs geen warme kleren hebben?"

De school richtte enkele jaren geleden een winkeltje op met tweedehandskleding om die leerlingen te helpen. Kinderen die er nood aan hebben, mogen daar af en toe een stuk uit kiezen. Het probleem is ­extra groot in Offerande omdat er enkel OKAN-leerlingen zitten. Dat zijn anderstalige nieuwkomers, meestal vluchtelingen, die in een speciale klas een spoedcursus ­Nederlands krijgen.

Door de vluchtelingencrisis zitten de OKAN-klassen in Vlaanderen bomvol. "De nood is daardoor groter dan ooit", zegt Ann Devos van de katholieke onderwijskoepel. Maar het probleem beperkt zich niet tot nieuwkomers. De koepels bevestigen dat ze ook andere kansarme kinderen geregeld aan warme kleren moeten helpen.

"De meeste scholen helpen hun leerlingen wel op een meer discrete manier", zegt Devos. "Zo'n winkeltje kan confronterend zijn voor kinderen. Meestal kijken leraren eerst eens bij de verloren voorwerpen of sturen ze een mail naar collega's met de vraag of ze geen winterjassen van hun kinderen liggen hebben. Die spullen worden dan na de schooluren of thuis af­gegeven, om het gevoel van trots en zelfwaarde bij die leerlingen niet aan te tasten."

Het probleem doet denken aan het verhaal van de lege brooddozen. Twee jaar geleden bleek dat steeds meer kinderen zonder eten naar school gingen. De Gentse schepen van Onderwijs Elke Decruynaere (Groen) trok toen aan de alarmbel. Vandaag moet ze met lede ogen vaststellen dat er weinig ver­anderd is. "Leerkrachten zien dingen die hun hart breken, dus is het logisch dat ze ingrijpen", zegt ze. "Maar eigenlijk is het geen opdracht van het onderwijs om kledij te voorzien. Dat is een taak voor de overheid."

Minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) wijst erop dat het leefloon al met 6 procent is gestegen en dat leefloners bijkomende bijstand kunnen vragen aan het OCMW. "De structurele oplossing bieden we al heel lang door een breed ­sociaal en lokaal beleid te voeren", klinkt het.

Socioloog en armoede-expert Peter Raeymaeckers van de Universiteit Antwerpen is niet overtuigd. "Vandaag leeft 14 procent van de Vlaamse kinderen in armoede. Ondanks alle beloftes van de overheid om daar iets aan te doen, blijft dat cijfer al jaren ont­stellend hoog. Dat scholen nu zelfs ­kleren bijeen moeten zoeken, zou een ernstig alarmsignaal moeten zijn voor de regering om het probleem eens écht aan te pakken."