14 apr 2014

Zelfs de klusjesman moet op de kinderen passen

Het Nieuwsblad - 14 april 2014 Klusjesmannen, grootouders of jobstudenten, door een gebrek aan middelen zijn de scholen verplicht creatief om te springen met de organisatie van de kinderopvang. Tegelijk dikken de wachtlijsten voor de buitenschoolse kinder­opvang alsmaar aan. Simon Andries'Soms moet de klusjesman een oogje in het zeil houden op de speelplaats, soms springen grootouders, leraren of jobstudenten in de bres. De kinder­opvang na de schooluren is op dit moment een kluwen', zegt Bieke Verlinden (SP.A), schepen van Sociale Zaken in Leuven. 'Iedereen trekt op dit moment zo goed en zo kwaad als mogelijk zijn plan.'

De stad Leuven pompt, net als onder meer Gent en Antwerpen, jaarlijks enorme bedragen in de kinderopvang om op zijn minst een deel van de administratie- en personeelskosten van de scholen te kunnen overnemen. De vraag naar kinderopvang blijft intussen overal in Vlaanderen stelselmatig stijgen, ­onder meer omdat veel grootouders door de vergrijzing langer aan het werk blijven.

De scholen vangen de grootste vraag op, maar hebben daar vaak de middelen niet voor. 'Dat zorgt ervoor dat één begeleider, vaak pedagogisch niet goed geschoold, zich over grote groepen kinderen moet ontfermen. Zeker voor kleuters is het nochtans belangrijk dat ze niet zomaar door een klusjesman begeleid worden', zegt Jan Peeters, algemeen directeur van vzw VBJK, een expertisecentrum in opvoeding en kinderopvang.

Ook bij de buitenschoolse ­opvang, goed voor 17 procent van de kinderopvang, zijn de aanvragen intussen niet meer bij te houden (zie cijfers), met als gevolg dat ouders hun kinderen soms maanden op voorhand op een wachtlijst moeten zetten. Vooral tijdens vakantie­dagen zorgt dat voor problemen. 'Het systeem staat onder druk', zegt Elke Decruyenaere (Groen), de Gentse schepen van Opvoeding. 'In Gent moesten we vorig jaar voor het eerst een voorrangssysteem invoeren, zodat we de kleuters als eerste een plaats konden geven.'

De Vlaamse regering organiseert op 24 april een staten­generaal om na de verkiezingen een vernieuwingsoperatie op gang te kunnen trekken. De steden eisen in de eerste plaats meer middelen om het probleem grondig aan te pakken. Volgens Jan Peeters moet de ­regering na de verkiezingen duidelijkheid scheppen in de wirwar van scholen en organisaties die kinderopvang organiseren.

Balletscholen en voetbalclubs

Maar de allergrootste uitdaging ligt in de samenwerking met de vrijetijdssector. 'Er zijn genoeg alternatieven voor de klassieke kinderopvang', aldus Peeters. 'Tijdens de week zijn er balletscholen, toneelverenigingen of voetbalclubs. In de zomer zijn er sportkampen en taalreizen. Dat wordt nu nog niet gezien als kinderopvang, maar een betere samenwerking kan in de toekomst het verschil maken.'

© 2014 Corelio - Simon Andries